Advies inzake Juridische basiskennis als voorwaarde voor inschrijving in het register BTV
Advies van Kwaliteitsinstituut WBTV
Aan de Raad voor rechtsbijstand
datum: 12 december 2016
Het Kwaliteitsinstituut acht het wenselijk, dat tolken / vertalers die zich beschikbaar stellen voor werk binnen het juridisch domein, beschikken over basiskennis van strafrecht / strafvordering.
In de eerste versie van de WBTV, genaamd Wet gerechtstolken een beëdigde vertalers, werd in art. 3 nog `terminologische kennis’ vereist. Dit kan niet anders uitgelegd worden dan als kennis van de basisbegrippen op het terrein van werkzaamheden, en dat was het juridisch strafrechtelijk / strafvorderlijk terrein. Er ontstond discussie over de term gerechtstolken in de wet, en de latere versie heette dan ook Wet beëdigde tolken en vertalers. Immers de bedoeling was kwaliteitseisen te gaan stellen aan tolken en vertalers die op strafrechtelijk gebied optraden in het hele justitie- en politiedomein. De eis van terminologische kennis verdween. Inhoudelijke kennis van het werkdomein werd gezien als een gespecialiseerde kennis die vanzelf in het register zichtbaar zou worden. Want art. 2 lid 1 onder d bepaalde dat naast basisgegevens ook in het register zouden worden opgenomen: de overige specifieke bekwaamheden waarvan de tolk of vertaler vermelding in het register wenselijk acht. De afnamepraktijk zou zich daarop vanzelf gaan richten.
In het vervolgtraject (invoering WBTV plus uitvoeringsregelingen en optuigen Bureau en register) kwam voormeld idee niet goed uit de verf. Het vermelden van specialismen in het register werd bij de tolken / vertalers weggehaald en gebonden aan een besluit van de Raad voor Rechtsbijstand. Die koos inderdaad voor vermelding van het specialisme strafrecht / strafprocesrecht. Maar in de praktijk toonden de afnemers geen voorkeur voor de ingeschrevenen met deze extra competentie. Het gevolg was het ook inzetten van tolken die de terminologische kennis van het werkveld misten. De aandrang bij tolken om zich te bekwamen in juridische kennis was daardoor ook niet groot. De vraag van de ingeschreven specialisten om de afnameplicht dan ook tot dit specialisme uit te breiden, leidde onlangs tot een daartoe strekkend advies van het Kwaliteitsinstituut.
Er is een verschil tussen terminologische kennis (te zien als basiskennis van de gehanteerde begrippen in een werkveld) en juridisch specialisme (het kennen en begrijpen van procedures). Het uitgangspunt bij de wetgever dat tolken / vertalers in het register zouden gaan vermelden dat ze kennis hadden van de terminologie, hield er geen rekening mee dat de Raad en het werkveld onder de specifieke bekwaamheden van art. 2.1.d meer gingen verstaan dan dat. De Raad eiste voor vermelding van het juridisch specialisme aanzienlijk meer dan basiskennis. Zo raakte de ``competentie’’ van juridische terminologie (basiskennis) tussen wal en schip, verdween dus uit de praktijk van het register.
Het alsnog opnemen van juridische basiskennis in de competenties van art. 3 van de WBTV is een mogelijkheid en wordt niet belemmerd door de wetsgeschiedenis, gelet op het voorgaande. Echter, wetswijziging op dit punt is niet snel te verwachten, en kan hoogstens meegenomen worden bij een grotere wetswijziging op andere punten; die ligt niet in het verschiet. Bovendien zijn er ook tolken / vertalers in het register die niet opereren op juridisch gebied. Gelet hierop is het niet raadzaam om juridische basiskennis algemeen verplicht te stellen als voorwaarde voor inschrijving in het register.
Het verdient aanbeveling om voor tolken / vertalers die in het juridische domein opereren, deze basiskennis wel als vereiste te organiseren. Er is daarvoor een mogelijkheid die wetswijziging niet nodig maakt, te weten een herinrichting van het register als selectie-instrument. Dit is een bevoegdheid van de Raad.
Onder juridisch domein is dan te verstaan: het werkveld van de verplichte afnemers van tolkdiensten ingevolge de Wbtv.
Het Kwaliteitsinstituut adviseert als volgt.
Juridische basiskennis dient als eis gesteld te worden aan geregistreerde tolken / vertalers die zich bereid verklaren op te treden binnen het juridisch domein. Die bereidheid moet kenbaar zijn in het register.
Het Bureau dient bij de opleidingsorganisaties te stimuleren dat er opleidingen op het juridisch basisniveau worden geboden en dat er toetsen ontwikkeld worden. Het in het register vermelden dat aan een dergelijke toets is voldaan is aan de tolk / vertaler zelf, en wordt gekoppeld aan de bereidverklaring te werken binnen het juridisch domein. Het Bureau toetst niet zelf op inhoud, alleen op de voormelde twee punten (bereidheid en doorstane toets). Permanente educatie-eisen hoeven niet gesteld te worden, gelet op de materie (vooral terminologie).
Zoals in een eerder advies (specialisaties) opgenomen, dient afnameplicht van gebruikers op juridisch vlak er wel te zijn ten aanzien van het (verder reikende) juridisch specialisme. Ten aanzien van de hier nu bedoelde juridische basiskennis is de afnameplicht geen vereiste. Doordat die als voorwaarde is gesteld voor het zich beschikbaar stellen voor werk in de juridische sector zal dit op de hierna vermelde wijze zelf-regulerend zijn.
Het register dient zodanig te worden ingericht dat bij het zoeken door een afnemer de volgende stappen worden doorlopen. Daar hoort een duidelijke instructie bij, zowel voor de aanbieders (tolken) als voor de afnemers.
Het Bureau bewaakt daarbij dat er een helder onderscheid kenbaar is tussen de vermelding van het door het Bureau erkende (veel verder reikende) juridisch specialisme, en de hier nu bedoelde basiskennis.
Eerst dient de afnemer de gewenste sector aan te geven (bijvoorbeeld juridisch domein). Daarna worden eerst de specialisten getoond (vallend onder de afnameplicht). Daarna komen degenen die zich bereid hebben verklaard op te treden binnen het juridisch domein (en dus de basiskennis daarin hebben). Daarna komen pas – als een noodopvang - de overige geregistreerden.
Eenzelfde systeem kan ingericht worden voor andere specialismen, als die in het register kenbaar gaan worden.
Bureau Wbtv neemt dit advies mee bij de herijking van de inschrijfvoorwaarden n.a.v. het rapport ‘Don’t tolk too much’