Advies over het voorstel voor een herijkt Register beëdigde tolken en vertalers
Gezamenlijk advies van het Kwaliteitsinstituut Wbtv, de Commissie btv en de Klachtencommissie Wbtv.
Aan: Programma Tolken in de Toekomst
Mevrouw drs. E. Heijting
Datum: 15 maart 2018
Geachte mevrouw Heijting,
Met uw brief van 15 februari 2018 heeft u het Kwaliteitsinstituut Wbtv, de Commissie btv en de Klachtencommissie Wbtv gevraagd aan het programma Tolken in de Toekomst advies uit te brengen over het voorstel voor een herijkt Register beëdigde tolken en vertalers (hierna: Rbtv).
Adviesaanvraag
De adviesaanvraag is toegespitst op de volgende drie onderwerpen:
- in het Rbtv komen drie kwaliteitsniveaus. Tolken kunnen op de drie verschillende niveaus worden ingeschreven. Het derde niveau is een aspirantniveau. Daarvan kan gebruik worden gemaakt bij een tekort aan tolken;
- het huidige screeningniveau van het Rbtv (VOG-profiel 80) wordt gehandhaafd als inschrijvingsvoorwaarde. In aanvulling daarop wordt continue screening beoogd;
- er wordt vooralsnog geen aanleiding gezien om in het Rbtv nieuwe specialisaties te introduceren. Uitbreiding in de toekomst is mogelijk. Daarvoor wordt een groeimodel voorzien. In het Rbtv worden aanvullende bekwaamheden opgenomen die geverifieerd zijn door de betrokken overheidsdiensten en die voorwaardelijk zijn om een tolk in te zetten.
Gezamenlijke advisering
In zijn brief aan uw programma van 26 juni 2017 heeft het Kwaliteitsinstituut Wbtv meegedeeld te zullen adviseren over de voorgenomen differentiatie in het Rbtv, de gevolgen daarvan voor opleidingen van tolken en vertalers en tarifering en de centrale inzet van tolken door justitieafnemers. De Klachtencommissie Wbtv en de Commissie btv hebben op respectievelijk 7 en 8 augustus 2017 op vergelijkbare wijze kenbaar gemaakt advies te zullen uitbrengen. In overleg met de Commissie btv en de Klachtencommissie Wbtv wordt over de voorstellen van het programma zoveel mogelijk gezamenlijk geadviseerd.
Inleiding
Met de inwerkingtreding van de Wet beëdigde tolken en vertalers (hierna: Wbtv) op 1 januari 2009 is een Rbtv geïntroduceerd. In dit register worden (beëdigde) tolken en vertalers opgenomen die aan bepaalde kwaliteitscriteria voldoen. Naast het Rbtv is een Uitwijklijst ingericht (art. 2 lid 3 Wbtv). Daarop worden tolken en vertalers vermeld die wegens het ontbreken van opleidingen en het ontbreken van onafhankelijke deskundigen die de kennis kunnen toetsen, niet kunnen aantonen te beschikken over de voor inschrijving in het Rbtv vereiste competenties taalvaardigheid in de bron- of doeltaal en kennis van de cultuur van het land of gebied van de bron- of doeltaal. Aan de toelating tot deze lijst worden eveneens eisen gesteld, waardoor ook de Uitwijklijst een kwaliteitsbevorderend effect heeft. De inschrijving in het Rbtv en de vermelding op de Uitwijklijst zijn van tijdelijke aard. De tolk of vertaler zal periodiek moeten kunnen aantonen te voldoen aan eisen voor verlenging van de inschrijving.
Met het Besluit beëdigde tolken en vertalers is een Commissie btv ingesteld. Zij is belast met de advisering over:
- de aanwijzing van onafhankelijke deskundigen die taal- en cultuurtoetsen kunnen afnemen waarmee tolken en vertalers kunnen aantonen dat ze beschikken over de desbetreffende wettelijke competenties;
- opleidingen waarmee een beëdigd tolk of vertaler met het oog op de verlenging van zijn inschrijving kan aantonen zijn vakbekwaamheid te hebben onderhouden, en
- competenties waaraan een tolk of vertaler moet voldoen om voor inschrijving in het Rbtv in aanmerking te komen.
Eenieder kan aan de hand van het Rbtv de daarin opgenomen beëdigde tolken en vertalers vrijelijk benaderen. Een aantal organisaties is verplicht om bij het inschakelen van een tolk of vertaler gebruik te maken van beëdigde tolken en vertalers, tenzij de vereiste spoed dat onmogelijk maakt of in de gewenste taal geen tolk of vertaler in het Rbtv is opgenomen. Deze afnameplicht geldt in het kader van het strafrecht en vreemdelingenrecht voor justitieafnemers als de politie, het openbaar ministerie, de gerechten en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Met de Regeling uitbreiding afnameplicht Wbtv is de afnameplicht uitgebreid tot bijzondere opsporingsdiensten, Vluchtelingenwerk Nederland, Dient Justitiële Inrichtingen en advocaten, voor zover in het kader van de verlening van gesubsidieerde rechtsbijstand.
Binnen het Nederlandse rechtsbestel spelen de tolken en vertalers een onmisbare rol. Beslissingen die worden genomen in zaken waarbij een tolk of vertaler betrokken is, zijn doorgaans (deels) gebaseerd op het werk van de tolk of vertaler. Indien de kwaliteit van de tolk of vertaler onvoldoende gewaarborgd is, kan dit ongewenste gevolgen hebben. Gevolgen waardoor het recht op een eerlijk proces in het gedrang komt. Bij hun werkzaamheden voor justitieafnemers, maar ook daarbuiten, komen tolken en vertalers in aanraking met vertrouwelijke gegevens en worden zij geacht een onpartijdige positie in te nemen. Het waarborgen van de integriteit van tolken en vertalers is een belangrijke doelstelling van de Wbtv. Wanneer een tolk vertrouwelijke gegevens misbruikt of geen onpartijdige positie inneemt, kan dat grote gevolgen hebben. Het kan er bijvoorbeeld toe leiden dat een strafrechtelijk onderzoek moet worden stopgezet of dat bij de IND het vluchtverhaal van een asielzoeker onjuist wordt weergegeven met alle gevolgen van dien. De integriteit van ingeschakelde tolken en vertalers valt niet los te zien van het begrip kwaliteit. Bij partijdigheid van een tolk of vertaler of zelfs al bij de schijn daarvan is ook de integriteit van de betrokken tolk of vertaler onmiddellijk in het geding. (Kamerstukken II 2004-2005, 29 936, nr. 3.)
De Wbtv kent een wettelijke klachtenprocedure op grond waarvan eenieder een klacht kan indienen inzake de wijze waarop een beëdigde tolk of vertaler zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen (Hoofdstuk IV van de Wbtv). De Klachtencommissie Wbtv adviseert de minister over de gegrondheid van klachten en kan daarbij in voorkomende gevallen aanbevelen de inschrijving van de betrokkene in het Rbtv door te halen. Naast deze klachtenprocedure biedt de Wbtv enkele andere waarborgen ten aanzien van de integriteit van beëdigde tolken en vertalers in de vorm van een eed, een geheimhoudingsverplichting en een gedragscode.
De Wbtv is sinds de inwerkingtreding in 2009 doorontwikkeld door beleid van de Raad voor Rechtsbijstand, zoals Besluiten met betrekking tot de Uitwijklijst, permanente educatie Wbtv en specialisatie. Aan deze verschillende beleidsregels liggen adviezen van het Kwaliteitsinstituut Wbtv ten grondslag. Tegen deze achtergrond zullen de adviescommissies hierna over uw voorstel adviseren.
Voorafgaande opmerkingen
De adviescommissies maken de volgende algemene opmerkingen met betrekking tot het programma.
Tempo van het programma
In zijn brief van 26 juni 2017 heeft het Kwaliteitsinstituut Wbtv onder verwijzing naar zijn recente adviezen over aanvullende competenties in het Rbtv (1 februari 2016), herziening van de Uitwijklijst (20 juni 2016), Juridische basiskennis (12 december 2016) en controle afnameplicht (12 december 2016) onderschreven dat verbeteringen nodig zijn. Tegelijkertijd heeft het Kwaliteitsinstituut Wbtv gewaarschuwd voor het hoge tempo van het beoogde transitieproces. In hun gezamenlijke brief aan het programma van 14 december 2017 hebben de adviescommissies hiervoor nogmaals aandacht gevraagd. De waarschuwing blijft onverkort van kracht. Een majeure operatie als deze vergt een zorgvuldige aanpak en de adviescommissies menen dat het ambitieuze tempo ten koste gaat van die zorgvuldigheid.
Samenhang van het voorstel met nader uit te werken onderdelen
Het voorstel dat thans ter advisering aan de adviescommissies is voorgelegd beperkt zich tot enkele algemene contouren van een herijkt Rbtv. Voor een deugdelijke en afgewogen beoordeling daarvan is naar het oordeel van de adviescommissies de kennisneming van de nadere voorstellen die gedaan worden vanuit de invalshoeken kwaliteit, inkoop en inzet noodzakelijk. Daarom dringen de adviescommissies erop aan te zijner tijd een totaalbeeld te verschaffen van de verschillende voorstellen en de adviescommissies in de gelegenheid te stellen het geheel te kunnen beoordelen op inhoudelijke merites en daarover een eindadvies te geven. In het bijzonder wordt aandacht gevraagd voor de thema’s afnameplicht, innovaties, aanbestedingen, tarifering en de wettelijke klachtenprocedure. Vooruitlopend daarop zal op een aantal specifieke onderdelen nu alvast richtinggevend worden geadviseerd. De adviescommissies zijn in de tussentijd graag bereid om — zoals zij bijvoorbeeld ook eerder deden door leden te laten deelnemen aan expertsessies van het programma — mee te denken over de (verdere) uitwerking.
Aansluiting beroepsgroep en onderwijsveld
In hun gezamenlijke brief aan het programma van 14 december 2017 hebben de adviescommissies hun waardering uitgesproken voor de gelegenheid die het programma tot dan toe had geboden om op verschillende wijze betrokken te worden bij de uitwerking van het programmaplan. Tegelijkertijd zijn zorgen geuit over de aansluiting van de beroepsgroep van tolken en vertalers en het hoger beroepsonderwijs bij (de uitwerking van) het programma. In een daaropvolgend overleg met de programmadirecteur is aangegeven dat het programma zich niet herkent in het signaal dat de beroepsgroep en het onderwijsveld onvoldoende in het proces worden betrokken. Het programma onderhoudt contacten met verschillende tolk- en vertaalopleidingen en beroepsverenigingen. Daarnaast is er een enquête uitgezet onder tolken met een goede respons en worden belanghebbenden door middel van een nieuwsbrief zowel geïnformeerd over de voortgang van het programma als uitgenodigd om input te leveren. De adviescommissies bevelen aan om ook bij de verdere uitwerking aandacht te blijven houden voor het belang van een goede aansluiting van de beroepsgroep en het hoger beroepsonderwijs.
Advies
De adviescommissies erkennen de noodzaak voor een herijking van het Rbtv. In grote lijnen kunnen zij zich vinden in de voorstellen van het programma. Maar zij maken daarbij ook kanttekeningen. In hoofdlijnen komen zij neer op het volgende:
- het huidige niveau van de Registertolk op HBO- en Ci-niveau dient te worden gehandhaafd en duidelijk te worden onderscheiden van de twee daaronder geplaatste niveaus: de basislijst en de aspirantlijst;
- de afnameplicht dient zo te zijn ingericht dat het hoogste niveau van tolken altijd voorrang krijgt;
- de twee nieuw in te richten niveaus dienen een tijdelijk karakter te hebben in die zin dat inschrijving op het niveau van basistolk en aspirant altijd aan een termijn is gebonden. Dit om te voorkomen dat tolken op een suboptimaal niveau ‘blijven hangen’;
- de uitgangspunten van het systeem van ‘doorstroming’ en het principe dat afnameplichtige instanties altijd uit moeten gaan van het hoogste niveau van tolken dienen duidelijk te worden geborgd en streng te worden gehandhaafd;
- er wordt toegewerkt naar uitbreiding van specialisaties, eventueel verbonden aan bijzondere eisen van screening en integriteit. Specialisaties worden betrokken in de afnameplicht in die zin dat voorrang wordt gegeven aan tolken met een specialisatie bij een tolkdienst die met die specialisatie samenhangt;
- er moet worden voorzien in eenheid van normen — de basisnormen gelden voor alle niveaus - zodat toetsing vooraf (heldere verwachtingen) en achteraf (bij klachten), uitvoerbaar is.
De nadere uitwerking hiervan volgt hierna.
1. Uitgangspunten herijkt Rbtv
Bij hun advisering over de herijking van het Rbtv stellen de adviescommissies de volgende uitgangspunten voorop:
- het Rbtv voorziet zoveel als mogelijk in voldoende beschikbaarheid van goede tolken. Voor het domein waarbinnen een wettelijke afnameplicht geldt, is dat een fundamentele verplichting die op de overheid rust;
- afnameplichtige instanties zetten alleen nog tolken in uit het herijkte Rbtv. Eigen lijsten verdwijnen;
- ook organisaties die bemiddelen bij tolkdiensten voor afnameplichtige instanties houden zich aan de afnameplicht. Er wordt voorzien in waarborgen en controlemechanismen voor de handhaving daarvan;
- het beloningssysteem voor tolken is zodanig ingericht dat er een stimulans is voor inschrijving en doorstroming in het Rbtv alsmede voor kwaliteitsverbetering door opleiding en specialisatie;
- ook overigens wordt voorzien in een adequate beloning, in overeenstemming met het niveau van de tolk. Voorkomen moet worden dat (nog meer) gekwalificeerde tolken vanwege de gehanteerde tarieven voor afnameplichtige instanties en bemiddelaars weigeren te werken. Met name voor talen met slechts weinig tolken op het hoogste niveau betekent dit immers al snel dat een tolk van een te laag niveau zal (moeten) worden ingezet. De kwaliteit wordt dan juist weggehaald in plaats van binnengehaald;
- bij het inzetten van tolken wordt (verplicht) voorrang gegeven aan tolken met het hoogste niveau of de voor de tolkdienst vastgestelde specialisatie, ongeacht een eventueel verschil in kosten;
- het systeem van het Rbtv voorziet in voldoende waarborgen voor controle op kwaliteit en integriteit. Daaronder begrepen zijn een wettelijke procedure voor klachten over tolken en vertalers met een helder toetsingskader en een uitgebreid sanctie-arsenaal alsmede een centraal meldpunt waar tolken en vertalers met eigen klachten terecht kunnen.
2. Drie kwaliteitsniveaus
2.1 Het voorstel
In de inleiding van het programmavoorstel wordt toegelicht dat het regelmatig voorkomt dat niet of niet tijdig een Rbtv-tolk beschikbaar is en dat het Rbtv onvoldoende in de huidige vraag naar tolken kan voorzien. Voor de beperkte inzet van beëdigde tolken worden verschillende verklaringen gegeven. Het kan zijn dat het gaat om meer “exotische talen” of talen waar een onverwachte piekvraag naar is. Het komt echter ook voor dat tolken in meer reguliere talen de overheid niet als lucratieve opdrachtgever zien. Zowel de bemiddelaars als uitvoeringsorganisaties houden als gevolg van deze schaarste eigen lijsten bij van tolken die zij inzetten voor hun opdrachtgevers en werkprocessen. In situaties waarin tolken kwalitatief niet voldoen of waarbij zich integriteitskwesties voordoen, functioneren het Rbtv en de klachtenprocedure hierdoor onvoldoende als “filter” voor de borging van de kwaliteit en integriteit.
Volgens het voorstel worden in de toekomst drie kwaliteitsniveaus onderscheiden waarop tolken in het Rbtv kunnen worden ingeschreven. Het onderscheid tussen de eerste twee niveaus betreft uitsluitend een onderscheid in taalvaardigheid (respectievelijk Ci-niveau en B2-niveau van het Europees Referentiekader voor de talen, het ERK). Voor deze twee niveaus geldt dat de tolk aantoonbaar beschikt over de juiste tolkvaardigheden en - attitude. Het derde niveau is een aspirantniveau. Daarvan kan gebruik worden gemaakt bij een tekort aan tolken. Het aspirantniveau is in het voorstel (nog) niet nader uitgewerkt.
2.2 Alternatiefscenario voor differentiatie
De adviescommissies onderschrijven het uitgangspunt dat tolken die door justitieafnemers worden ingezet onder het controlemechanisme van de Wbtv dienen te vallen. In het voorstel wordt echter niet toegelicht waarom gekozen wordt voor verschillende niveaus binnen het Rbtv. Daarnaast missen de adviescommissies een visie op de afnameplicht en de ontwikkeling/doorgroei van tolken binnen de verschillende niveaus.
De adviescommissies zijn van oordeel dat differentiatie nodig is, maar vinden dat deze bij voorkeur in een lijst naast het Rbtv zijn weerslag dient te krijgen. Het uitgangspunt van de Wbtv is dat het Rbtv tolken en vertalers bevat waarvan de kwaliteit en integriteit gewaarborgd zijn. Die kwaliteit vergt naar het oordeel van de adviescommissies een werk- en denkniveau op hbo-niveau. Inschrijving in het Rbtv moet daarom zijn voorbehouden aan tolken en vertalers die minimaal over dat niveau beschikken. Dat niet voor alle tolkwerkzaamheden bij de overheid een taalniveau op Ci-niveau is vereist, mag naar oordeel van de adviescommissies niet leiden tot devaluatie van het huidige Rbtv.
Om toch voldoende in de behoefte van afnemers te kunnen voorzien en tolken die noodgedwongen buiten het Rbtv door afnameplichtige instanties worden ingezet onder de reikwijdte van de. Wbtv en bijbehorende controlemechanismen te brengen, stellen de adviescommissies voor om naast het Rbtv twee niveaus toe te voegen in de vorm van een basislijst en een aspirantlijst. Op deze manier ontstaat er een overzichtelijk systeem, waarbij het duidelijk is dat alleen tolken en vertalers uit het Rbtv beëdigd zijn en de verwachte kwaliteit kunnen waarborgen. Voor de uitvoerbaarheid van de toetsing vooraf (heldere verwachtingen) en achteraf (bij klachten) is vereist dat wordt voorzien in eenheid van normen. Dat wil zeggen dat de basisnormen in het nieuwe stelsel dienen te gelden voor alle niveaus.
Alle tolken, ook op het aspirantniveau, moeten voldoen aan minimumeisen op het gebied van tolkvaardigheid, tolkattitude en integriteit (o.a. getoetst op onderdelen geheugen, tekstanalyse, parafraseren, notatietechnieken, tolkhouding, VOG8O). Kandidaten op de aspirantlijst beschikken over een certificaat Algemene Tolktechnieken (AH) dat pas na stringente toetsing wordt verstrekt. Het niveau van het Nederlands moet voldoende zijn om de boodschap te begrijpen en ongekleurd over te brengen. Tolken die willen doorstromen naar de basislijst moeten beschikken over een hoger niveau AH, getoetst B2-niveau van het Nederlands en de vreemde taal gecombineerd met werkervaring. Tolken die vanuit deze basislijst willen doorgroeien naar het Rbtv moeten slagen voor een integrale toets die de eindcompetenties als bedoeld in artikel 3 van de Wbtv meet.
Zowel het basisniveau als het aspirantniveau zijn van tijdelijke aard, zodat tolken worden gestimuleerd om door te groeien naar een hoger niveau. Aan de inschrijving op deze lijsten wordt de eis van doorgroei binnen drie jaar gesteld (met eventueel een mogelijkheid van eenmalige verlenging van die inschrijving). Voldoet de tolk binnen die periode niet aan de eisen van doorgroei, dan wordt hij onherroepelijk uitgeschreven. Daarnaast zal moeten worden voorzien in andere prikkels voor tolken om zich te registreren en door te groeien naar een hoger niveau (op terreinen als bezoldiging, speciale bijscholing of toetsing op een bijzonder niveau).
Het aspirantniveau is vooral ingegeven door de noodzaak om in tijden van crisis snel een relatief groot aantal nieuwe tolken beschikbaar te hebben die dan wel vallen onder het controlemechanisme van de Wbtv. Een maximale inschrijfperiode van drie jaar is daarvoor zeer geschikt. Crises zijn na een dergelijke periode meestal over hun hoogtepunt. Er zijn dan minder tolken in de betreffende taal nodig en alleen de getalenteerden zullen de ambitie hebben om door te stromen. Ook de inschrijving van basistolken moet naar het oordeel van de adviescommissies aan een termijn worden gebonden. Daarmee wordt voorkomen dat tolken ‘blijven hangen’ op dat niveau met devaluatie van het systeem als gevolg.
2.3 Herijking lost het probleem niet geheel op
De adviescommissies hechten eraan te benadrukken dat alleen met een onderscheid naar meerdere niveaus het door uw programma geconstateerde knelpunt dat in sommige taalrichtingen in de huidige situatie überhaupt geen tolk in het Rbtv (of de Uitwijklijst) beschikbaar is en justitieafnemers dus met eigen lijsten werken, nog niet (geheel) wordt weggenomen. Er is voor tolken in schaarse talen geen prikkel (waarbij de adviescommissies vooral denken aan adequate tarieven) om te investeren in een vermelding op één van de niveaus. Deze tolken zijn wel hard nodig en krijgen dus hoe dan ook opdrachten. Zij ontlopen het PE-beleid dat voor wel-geregistreerde tolken geldt. Bovendien is op deze groep tolken geen, althans zeer beperkte, controle op kwaliteit en integriteit mogelijk. In zoverre zal de huidige situatie van ongerechtvaardigde verschillen tussen tolken in het Rbtv (en op de Uitwijklijst) en tolken daarbuiten kunnen blijven bestaan, zeker als tolken in schaarse talen collectief besluiten zich niet in te schrijven. Deze situatie nodigt uit tot de zogenaamde “eigen tolklijsten” van justitieafnemers en dat is nu juist wat het programma met de herijking beoogt te voorkomen. Daar komt bij dat in de situatie dat tolkdiensten worden aanbesteed er registertolken zullen zijn die niet voor de bemiddelaar (willen) werken, terwijl zij in feite voor de afnameplichtige instantie wel “beschikbaar” zijn. De adviescommissies missen in het voorstel de onderkenning van deze risico’s, een nadere beschouwing over deze problematiek en een oplossing daarvoor.
Niet-toetsbare talen blijven na herijking, welk scenario daarbij ook wordt gevolgd, problematisch. De adviescommissies zijn van oordeel dat ernaar moet worden gestreefd zoveel mogelijk talen te (kunnen) toetsen en de internationale samenwerking met het oog daarop te intensiveren. De adviescommissies bevelen het programma aan hierop aandacht te vestigen.
Afhankelijk van de keuzes die bij de voorgenomen differentiatie worden gemaakt, zal ten slotte aandacht moeten uitgaan naar de gevolgen daarvan voor tolken die op dit moment in het Rbtv en de Uitwijklijst worden vermeld. Een deugdelijke overgangsregeling is geboden.
2.4 Differentiatie en afnameplicht
Voor zover tolkdiensten van afnameplichtige instanties in de toekomst worden aanbesteed en daarbij de vraag opkomt of in bepaalde gesprekssituaties niet met een tolk van een lager niveau kan worden volstaan, merken de adviescommissies het volgende op. Bij de inzet van tolken — en dat geldt als vanzelfsprekend zonder meer in situaties waarin er voor de betrokkene iets op het spel staat — zal naar het oordeel van de adviescommissies steeds het hoogste niveau moet worden nagestreefd (art. 6 EVRM). De afnameplicht moet daarop zijn toegesneden.
Die afnameplicht zal in het nieuwe stelsel derhalve “getrapt” moeten werken: van hoog naar laag. Bij levering onder het hoogste niveau zal die afwijking gemotiveerd en meegedeeld moeten worden. Afwijking zou enkel aan de orde moeten zijn indien op het hogere niveau geen tolk (tijdig) beschikbaar is. De afnameplicht moet kunnen worden gehandhaafd, onder meer door te voorzien in controlemechanismen en sanctiemogelijkheden indien blijkt dat daarvan op structurele basis wordt afgeweken.
In (onder meer) aanbestedingsvoorwaarden zal tot uitdrukking kunnen worden gebracht welk niveau voor bepaalde tolkdiensten tenminste steeds is vereist. Op die manier is de verwachting van de afnemer ten aanzien van de kwaliteit van de tolk duidelijk en kan het uitgangspunt blijven dat een tolk geen opdracht aanvaardt waarvoor hij niet geschikt is. Het systeem moet helder zijn, zodat klachten over de kwaliteit van een tolk daaraan kunnen worden getoetst.
2.5 Differentiatie naar medium
Naast differentiatie in niveaus van taalvaardigheid is met het oog op de aanbesteding van tolkdiensten differentiatie naar medium aangewezen (telefonisch tolken, videoconferentie, tolken op locatie). In overleg met afnemers kunnen daarvoor per gesprekssituatie uitgangspunten en best practices worden geformuleerd die zowel in de regelgeving (vgl. het Besluit videoconferentie) als in het pakket van eisen bij de aanbestedingen kunnen worden meegenomen. De adviescommissies missen in het voorstel aandacht voor deze vorm van differentiatie.
3. Screening en integriteit
3.1 Het voorstel
Volgens het voorstel wordt de huidige screening van het Rbtv, een VOG met screeningsprofiel 80, gehandhaafd als inschrijvingsvoorwaarde. Daarnaast wordt continue screening als aanvulling beoogd.
3.2 De basis
Een systeem van (tenminste) VOG-80 als inschrijvingsvoorwaarde aangevuld met continue screening wordt door de adviescommissies onderschreven.
3.3 Zwaardere screening
Het komt voor dat afnemers (bij bepaalde opdrachten) zwaardere eisen stellen aan het screeningsniveau van een tolk. Teneinde op dit specifieke punt controle mogelijk te maken — onder meer waar het gaat om de door een bemiddelaar te leveren tolk — dient naar mening van de adviescommissies de voorkeur uit te gaan naar het zichtbaar maken in het Rbtv van informatie over een eventuele zwaardere screening. Het programmavoorstel gaat hier ook van uit. Uit het voorstel volgt echter niet duidelijk wie zorg draagt voor de registratie en het beheer daarvan in het Rbtv. Naar het oordeel van de adviescommissies behoort de regie op dit punt bij het Bureau Wbtv te worden belegd. Evenmin wordt uit het voorstel duidelijk of gegevens over de zwaardere screening alleen zichtbaar zullen zijn in het alleen voor justitieafnemers toegankelijke besloten gedeelte van het Rbtv of ook in het openbare gedeelte. De adviescommissies kunnen zich voorstellen dat zwaardere screening als voorwaarde wordt gesteld aan een of meer nieuwe specialisaties, zoals de na te noemen specialisatie “interceptietolk”. Voor afnemers en bemiddelaars is daarmee (impliciet) duidelijk dat de tolk aan een zwaarder screeningsniveau voldoet.
3.4 Integriteit, Gedragscode en gegevensuitwisseling
De adviescommissies merken voorts op dat screening slechts één aspect van integriteit is. Rbtv-tolken (en vertalers) dienen zich naar het oordeel van de adviescommissies (explicieter dan nu het geval is) bij hun (her)inschrijving te committeren aan de Gedragscode Wbtv. De adviescommissies bevelen in het verlengde daarvan aan om tolken bij (her)inschrijving toestemming te vragen voor het opnemen (audio/video) van tolkdiensten en het uitwisselen van informatie tussen (justitie)afnemers en Bureau Wbtv met betrekking tot zowel hun screening als integriteitskwesties.
4. Specialisaties
4.1 Het voorstel
Er wordt volgens het voorstel vooralsnog geen aanleiding gezien om in het Rbtv nieuwe specialisaties te introduceren. Uitbreiding in de toekomst is mogelijk. Daarvoor wordt een groeimodel voorzien. Wel wordt voorgesteld om naast de bestaande specialisaties tolk en vertaler in strafzaken ook door de betrokken overheidsdienst geverifieerde aanvullende bekwaamheden in het Rbtv op te nemen. Als voorbeeld wordt genoemd “de i nterceptietolk”.
4.2 Specialisaties
De adviescommissies betreuren de terughoudendheid van het programma in het introduceren van nieuwe specialisaties in het Rbtv. Overeenkomstig de eerdere adviezen van het Kwaliteitsinstituut Wbtv wordt aanbevolen de herijking van het Rbtv juist aan te grijpen om in samenwerking met afnemers enkele nieuwe specialisaties te ontwikkelen en de afnameplicht daarop in te richten. Het hebben van een bepaalde specialisatie kan een meerwaarde zijn in het Rbtv en ook voor differentiatie zorgen, zonder daarbij afbreuk te doen aan het minimumniveau aan kwaliteit van het Rbtv. Juist daarmee kan een belangrijke impuls worden gegeven aan het kwaliteitsbevorderende effect van het Rbtv. Juist (ook) voor “de interceptietolk” is een specialisatie goed voorstelbaar.
4.3 Aanvullende bekwaamheden
Als een tolk bijzondere kennis, ervaring of belangstelling heeft die voor zijn werk relevant is, moet het mogelijk zijn daar melding van te maken op een plaats waartoe afnemers toegang hebben. Het Rbtv is daarvoor uiterst geschikt als vindplaats. Uit het voorstel wordt niet duidelijk wie verantwoordelijk is voor het beheer in het Rbtv van deze aanvullende bekwaamheden en evenmin of en zo ja welke eisen op bijvoorbeeld het gebied van permanente educatie en ervaring worden gesteld aan het behoud van de vermelding van een aanvullende bekwaamheid. De status van de aanvullende bekwaamheden dient wel helder te zijn. Als zij zijn geverifieerd en geaccepteerd door het Bureau Wbtv is het verschil met specialisaties onduidelijk. De drempels voor het vermelden van (controleerbare) aanvullende bekwaamheden hoeven niet hoog te zijn, maar moeten er wel zijn en ook controleerbaar of toetsbaar zijn. Het is aan Bureau Wbtv om dit nader uit te werken.
4.4 Afnameplicht en specialisaties/aan vullende bekwaamheden
Bij de inzet van tolken in situaties waarvoor een specialisatie of aanvullende bekwaamheid beschikbaar is, zou de voorkeur steeds (zoveel als mogelijk) moeten uitgaan naar een Rbtv-tolk met die specialisatie of aanvullende bekwaamheid. De afnameplicht (art. 28 Wbtv) en aanbestedingsvoorwaarden dienen daarop te worden ingericht. Tolken (en vertalers) worden op dïe manier gestimuleerd zich verder te bekwamen en hun kennis en vaardigheden met betrekking tot dat specialisme of die aanvullende bekwaamheid op peil te houden. Bovendien kan worden gegarandeerd dat zoveel mogelijk de juiste (lees: een voor de opdracht bekwame) tolk voor een tolkdienst van de justitieafnemer wordt ingezet. Bepaalde tolkopdrachten vergen specifieke kennis en vaardigheden van een tolk (bijvoorbeeld taptolken, tolken tijdens een politieverhoor of asielgehoor, tolken tijdens een rechtszitting, tolken in economische en milieustrafzaken of medische rechtszaken). Het Rbtv maakt op dit moment — afgezien van de “algemene” specialisaties tolk en vertaler in strafzaken — geen onderscheid naar soort tolk(dienst). Voor inschrijving in het Rbtv is evenmin specifieke kennis vereist op het terrein van het strafrecht en vreemdelingenrecht. Die inschrijving zegt met andere woorden niet dat de tolk geschikt is voor een specifieke tolkdienst binnen het justitiedomein. Tolken en vertalers die zich inschrijven in het Rbtv kunnen zelf aangeven of zij zich beschikbaar stellen voor opdrachten van justitieafnemers. Daarop vindt op dit moment — anders dan via het wettelijk systeem van de klachtenprocedure — geen nadere controle plaats. De algemene voorwaarden voor inschrijving in het Rbtv bieden dan ook onvoldoende waarborgen.
Alleen wanneer specialisaties en aanvullende bekwaamheden in het Rbtv zelf zichtbaar zijn, kunnen in het pakket aan eisen bij de aanbesteding voorwaarden worden gesteld aan het inzetten van tolken met die vermelding. Controle op de naleving daarvan moet niet (uitsluitend) aan de bemiddelaar worden overgelaten. 9 En voor deze specialisatie geldt tot op heden geen bijzondere afnameplicht in het strafrecht.
4.5 Specialisaties en klachtenprocedure
De adviescommissies merken op dat het belang van specialisaties doorwerkt op andere terreinen. Zo zal de Klachtencommissie Wbtv speciaflsaties (en beweerde extra bekwaamheden) bij haar advsering over klachten kunnen betrekken en meer maatwerk kunnen leveren. Door uitbreiding van het sanctie-instrumentarium (gehele, gedeeltelijke, tijdelijke, voorwaardelijke doorhaling en maximale (gedurende 10 jaar) uitsluiting in het Rbtv) zouden in de sfeer van een voorwaardelijke doorhaling specifieke gedragsaanwijzingen aan een gespecialiseerde tolk kunnen worden voorgeschreven en kan in plaats van een algehele doorhaling in het Rbtv worden gedacht aan de (al dan niet tijdelijke of voorwaardelijke) doorhaling van specialisaties. Daarvoor is het wel van belang over een helder toetsingskader te beschikken.
4.6 Juridische basiskennis
In het verlengde hiervan vragen de adviescommissies aandacht voor het volgende. In de huidige opzet van het Rbtv kunnen beëdigd tolken en vertalers aangeven of zij zich beschikbaar stellen voor justitieafnemers. De ervaring leert dat de meeste beëdigde tolken en vertalers dit doen. Aan de vermelding “beschikbaar voor justitie” worden tot nu toe geen aanvullende kwaliteitseisen gesteld. Bij afnameplichtige instanties kan de vermelding daarom een verkeerde verwachting wekken. De adviescommissies zijn daarom van oordeel dat tolken (en vertalers) die zich in het Rbtv beschikbaar stellen voor justitieafnemers aantoonbaar beschikken over juridische basiskennis en verwijzen daarbij naar het advies “juridische basiskennis” van het Kwaliteitsinstituut Wbtv van 12 december 2016.
Overige opmerkingen
De adviescommissies maken met betrekking tot het voorstel nog de navolgende opmerkingen.
Gevolgen van de voorgenomen differentiatie voor het PE-beleid
Het PE-beleid maakt nog geen deel uit van het voorstel dat ter advisering is voorgelegd. De adviescommissies begrijpen dat daarover binnen het programma nog zal worden nagedacht. De adviescommissies hechten eraan te benadrukken dat het PE-beleid zal moeten worden afgestemd op niveau en specialisatie. Voor het hoogste niveau gelden zwaardere eisen. Voor de specialisaties gelden bijzondere eisen. In het PE-beleid dient voorts onderscheid te worden gemaakt naar PE-punten op de deelgebieden taalvaardigheid, tolkvaardigheid, tolkattitude/-integriteit en specialisaties. De adviescommissies zijn bereid over de verdere invulling daarvan nader te adviseren.
De inzet van tolken
De adviescommissies uiten hun zorgen over het feit dat bemiddelaars een (nog) dominantere positie krijgen wanneer de beoordeling of er (g)een Rbtv-tolk beschikbaar is aan hen wordt overgelaten. Bij de inrichting van het systeem van aanbestedingen dient te worden geborgd dat justitieafnemers steeds zoveel mogelijk gezamenlijk zicht hebben op de tolken die door bemiddelaars worden ingezet, de mate waarin daarbij aan de (aangescherpte) afnameplicht wordt voldaan (in individuele gevallen en in meer algemene zin) of de redenen voor het (door de bemiddelaar) afwijken daarvan. Bij. voorkeur is voor zowel de bemiddelaars als afnameplichtige instantie steeds zichtbaar welke tolk zich op welk moment waar bevindt, zodat tolken zo efficiënt mogelijk kunnen worden ingezet. De adviescommissies missen hierover in het voorstel een voorgenomen richting van het programma.
Gevolgen van de herijking van het Rbtv voor vertalers
Het programma richt zich tot nu toe op een herijking van het Rbtv met betrekking tot de doelgroep tolken. Het Rbtv ziet echter zowel op (beëdigde) tolken als (beëdigde) vertalers. Hoewel duidelijk is dat aan vertalers niet dezelfde eisen kunnen worden gesteld als aan tolken, is de voorgestelde herijking van het Rbtv onlosmakelijk met beide doelgroepen verbonden. Daar komt bij dat een beëdigd tolk niet zelden ook beëdigd vertaler is. Dan zal al snel de vraag opkomen welk gevolg de indeling van een tolk naar niveau 1 of 2 heeft voor zijn of haar status als beëdigd vertaler. Eenzelfde vraag zal zich voordoen bij een tolk in een zeer exotische taal voor wie — als gevolg van het gebrek aan toetsbaarheid — het aspirantniveau het hoogst haalbare is. De adviescommissies vragen uitdrukkelijk aandacht voor deze en andere doorwerkingen van de voorstellen van het programma.
Conclusie
De adviescommissies onderkennen het belang van een herijking van het Rbtv. Het voorstel stuit in zijn huidige vorm echter op een aantal bezwaren. De adviescommissies vragen u daarom het voorstel op de in dit advies genoemde onderdelen aan te passen en de overwegingen van de adviescommissies te betrekken bij het vervolg van uw programma.
De adviescommissies worden graag in de gelegenheid gesteld te adviseren over de verdere uitwerking van het voorstel tot herijking van het Rbtv en andere voorstellen op het terrein van de kwaliteit, inkoop en inzet van tolken alsook over het beleid en de aanpassingen van wet- en regelgeving die uit de voorstellen zullen voortvloeien. Zij stellen het op prijs geïnformeerd te worden over en betrokken te worden bij het vervolg.
Ook in de nieuwe situatie is het van belang dat verwachtingen van afnemers en de beroepsgroep van tolken en vertalers met betrekking tot het Rbtv steeds voldoende duidelijk zijn. De adviescommissies weten uit eigen ervaring dat die kennis bij afnemers, tolken en vertalers soms tekortschiet met in dat geval desastreuze gevolgen. Daarom zal bij de verdere uitwerking bijzondere aandacht moeten uitgaan naar voorlichting over het (herijkte) Rbtv.
Hoogachtend,
mr. R.G.A. Beaujean
voorzitter Kwaliteitsinstituut Wbtv 11